Bouwjaar 1616
Architect Jan Egbertz
Opdrachtgever Jan Egbertz
Monument Rijksmonument
Tot 1614 was de Herengracht een bescheiden achtergracht die de stadsgrenzen van Amsterdam aangaf. Met de Eerste Uitleg, het eerste deel van de grachtengordel dat werd gerealiseerd, kwam hier een einde aan. De oostzijde van de Herengracht was voor een belangrijk gedeelte al bebouwd. De westzijde werd verkaveld en ging in januari 1614 in de verkoop. Elk kavel kreeg een eigen nummer. Het nummer van Herengracht 2 was 7, omdat geteld werd vanaf de zes kavels die aan de Brouwergracht werden uitgegeven.
Het kavel van Herengracht 2 werd in 1614 gekocht door de houtkoper Gerrit Wiggertsz, voor 1020 gulden. Hij koos ervoor, zoals na te lezen is op het register van verkochte erven (kavel 7, 8 en 9) voor iemand die dit handschrift kan ontcijferen, om niet direct te betalen, maar om de rente over de koopsom te betalen. In hetzelfde jaar ging het eigendom over aan de metselaar Jan Egbertsz.
Jan Egbertsz, die optrad namens zijn moeder Adriaentje Jans van Palmen, bebouwde het terrein in 1614-1615 met een woonhuis met trapgevel met een gevelsteen met “De Roode Leeuw’. Helaas is deze gevelsteen in de loop der jaren verloren gegaan.
Caspar Jacobz. Philips tekende rond 1770 alle huizen in de grachtengordel. Op zijn tekening uit 1768 is de trapgevel zichtbaar. In januari 1616 verkocht Jan Egbertsz. het pand op de veiling aan Melis Claes voor 2610 gulden.
De voorgevel van Herengracht 2 zou later worden aangepast. Het pand werd opgehoogd en de façade kreeg de vorm van een lijstgevel. De zijgevel, met pothuis, is nog steeds authentiek. Het enige verschil tussen de huidige zijgevel en de tekening van Caspar Philips uit 1768 is de schoorsteen en de zijingang.
Mogelijk woonde Nicolaes Tulp, vereeuwigd door Rembrandt in zijn ‘Anatomische Les’, hier. Maar zeker is dat niet. Maar hij is er zeker geweest omdat rond 1616 zijn oom, de geneesheer dr. Wouter Reynersz Moerselaar dit pand kocht. Zijn zoon, Everardus Moerselaar die in Leiden met Nicolaes Tulp geneeskunde studeerde, woonde hier zeker. Hij erfde het huis in 1636. De moeders van Everardus en Nicolaes waren zusters. Uiteindelijk ging het pand in eigendom over aan de kleindochters van Nicolaes Tulp. Zij verkochten het huis in 1701 voor 8160 gulden.
In het begin van de 19e eeuw werd het pand verbouwd. Het voorste deel werd verhoogd en voorzien van een nieuwe gevel met een rechte eierlijst en een rondbogige dakkapel.
Rondbogig houtwerk: een techniek die ontleend was aan de scheepsbouw waar Amsterdam destijds sterk in was. De pui kreeg een geblokte betimmering, in de trant van de voorgaande zoals op de tekening van Caspar Philips zichtbaar is.
Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, wilt u dan ook het huisnummer erbij vermelden.
Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren.
Foto's of andere informatie vande panden kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.